De diepte in met ..... Leentje van Alphen
Datum: 19-09-2020
Start van het onderzoek
Het onderzoek is gestart in
2015 met het inzichtelijk maken van de beschikbare kennis vanuit de praktijk. Er
zijn gegevens verzameld over de inhoud en kwaliteit van de beweegvormen die worden
ingezet binnen de dagelijkse ondersteuning van mensen met EMB. Meer dan 40
professionals vanuit onderwijs en woon- en dagbestedingslocaties deelden hun
inzet op het gebied van bewegen voor mensen met EMB.
De conclusie?
Er worden veel prachtige
beweegvormen op diverse doelen ingezet. Vaak zijn deze beweegvormen
vergelijkbaar met beweegvormen voor mensen met minder ernstige of zelfs zonder
beperkingen. Het verschil zit hem in de benodigde extra ondersteuning en
benodigde aanpassingen. Zo kunnen bijvoorbeeld paardrijden, fietsen en zwemmen plaatsvinden
met behulp van een huifbed, MOTOmed en persoonlijke ondersteuning.
Maar…
De kennis en bewijskracht
over het effect van de beweegvormen is nog beperkt. Dit komt doordat de inhoud
en onderbouwing vaak onvolledig is vastgelegd, resultaten niet worden
gemonitord, en onderzoek naar de effectiviteit ontbreekt of beperkt is
uitgevoerd. Hierdoor is het onduidelijk of de ingezette beweegvormen van
betekenis zijn voor de persoon met EMB.
Daarom: een beweegprogramma
Vanuit het onderzoek van Leentje is een nieuw beweegprogramma ontwikkeld. Dit
programma bestaat uit vier stappen:
Stap 1 - door middel van
individuele beeldvorming wordt informatie
verzameld om na te gaan op welke manier bewegen voor de persoon belangrijk kan
zijn;
Stap 2 - deze kennis wordt benut om afspraken te maken over activeren binnen
dagelijkse situaties (zoals een verzorgingsmoment);
Stap 3 - ook wordt deze kennis benut om
doelgerichte beweegactiviteiten in te zetten binnen het weekprogramma;
Stap 4 - op het doel van de activiteiten
wordt gerapporteerd en als laatste wordt het effect geëvalueerd
Deze vier stappen worden binnen een cyclus steeds opnieuw doorlopen. Op deze
manier wordt inzicht verkregen in welke beweegactiviteiten zinvol zijn en met
welke betekenis voor iemand kunnen worden ingezet.
Bijvoorbeeld Sanne: bewegen
en alertheid
Voor Sanne (fictieve naam) is
op basis van haar beeldvorming besloten met het bewegen in te zetten op het
verhogen van haar alertheid. De rapportages tonen dat de alertheid van Sanne met name toeneemt bij de beweegvormen waarbij ze uit de stoel
gaat en waarbij een actieve bijdrage van haar wordt gevraagd (o.a. stappen in
het hydrobad). Bij andere beweegvormen vanuit de stoel (o.a. vasthouden van een
muziekinstrument zoals een sambabal) werd met name ‘’weinig actief op de
omgeving gericht’’ of ‘’slapen’’ gerapporteerd. Dit geeft de ondersteuning
belangrijke informatie over welke beweegvormen het beste kunnen worden ingezet
om bij te dragen aan de alertheid van Sanne.
Randvoorwaarden
Vanuit het onderzoek is daarnaast veel geleerd over wat er nodig is om het
programma te laten slagen binnen de ondersteuning van mensen met EMB. Bijvoorbeeld
dat randvoorwaarden zoals materiaal en begeleiding essentieel zijn. Daarnaast werkt
het alleen als er gezamenlijk aan hetzelfde plan wordt gewerkt en hier ook door
alle betrokken partijen op wordt gerapporteerd. Binnen het onderzoek analyseren
we momenteel van 17 personen met EMB de inhoud en het doel van individuele
programma’s samen met de bijdrage die
het heeft opgeleverd.
KDC Aandachtslab
Vanuit dit onderzoek is ook meegedacht in de invoering van het beweegprogramma bijvoorbeeld binnen KDC
Aandachtslab, specifiek voor kinderen met EMB.
Wil je meer informatie over dit onderzoek? Neem dan contact op met Aly Waninge
https://aw-emb.nl/team/aly-waninge
Deel deze pagina op:
Product bij dit verhaal
Brochure Op weg naar structureel en betekenisvol bewegen voor mensen met (Z)EVMB
In deze brochure neemt Leentje van Alphen ons mee in haar promotie-onderzoek.